Dat is wat de Pont du Gard in het zuiden van Frankrijk bij Nîmes eigenlijk is. Het heet de brug over de Gard, maar het is niks meer of minder dan een “klein” onderdeel van de waterleiding, het aquaduct om drinkwater uit een bron naar de Romeinse colonie Nemausus, zoals Nîmes in die tijd bekend stond, te brengen.

Toen de Romeinse verkenners een goede bron hadden gevonden, één die vooral voldoende debiet had om de middelgrote stad van een ruime voorraad water te voorzien, was het aan de ingenieurs om een traject uit te stippelen om het water van die bron daadwerkelijk in de stad te brengen. Er bleek geen andere weg te zijn dan over de rivier de Gard, in zijn diepe kloof een niet eenvoudig te overbruggen obstakel. De oplossing werd gevonden in een enorme brug van ruim 48 m hoog die de gehele kloof overspant, van het bovenste puntje, tot het tegenover gelegen bovenste puntje.

Het kilometerslange tracé van het aquaduct.

Het bronwater moest natuurlijk wel in een rustig tempo naar de stad toe stromen, over een gelijkmatige helling. Het is bijna niet voor te stellen hoe men dat in die dagen voor elkaar heeft weten te krijgen, want het verval tussen de bron en de stad was niet meer dan ca 13 m, terwijl het totale tracé van het aquaduct meer dan 52 km was! Dat betekent een verval van niet meer dan 25 cm per kilometer. En als je dat dan in een rechte lijn kunt doen, dan kun je je er nog wel iets bij voorstellen, met doorzichten van horizontale vlakken en dergelijke. Maar nee! Dit tracé kronkelt alle kanten op door de heuvels van de streek, er zitten geen grote lange rechte stukken in!

1 boog over de rivier, een veelvoud over de vallei

Het bouwwerk zelf, over de Gard, valt op door de omvang. Er is slechts een enkele boog nodig om de rivier met op zichzelf bescheiden breedte te overbruggen, maar er is een veelvoud van bogen over elkaar heen gezet om de volledige uiterste breedte van de kloof te overbruggen. 3 rijen bogen boven elkaar, eerst 2 grote hoge en brede bogen, telkens als rondboog, en een rij met kleinere bogen erboven, die meer stabiliteit geven aan het leidingkanaal.

prachtige strakke blokken natuursteen in de bogen

Naar verluidt is het hele bouwwerk zonder enige mortel in elkaar gezet, als een grote blokkendoos. Bijna onvoorstelbaar dat het dan zolang is blijven staan. Niet alleen vanwege allerlei natuurgeweld, met zelfs een incidentele aardbeving in dat gebied, maar ook vanwege de maar al te grijpgrage handen van generaties latere bewoners. Doorgaans wisten die de Romeinse bouwwerken uitstekend te vinden om de prachtige strak bewerkte blokken te gebruiken in nieuwerwetse bouwsels, waarvoor men doorgaans het geld niet wilde uitgeven aan nieuwe steen, of zelfs, zoals gedurende een groot deel van de middeleeuwen, de kunde niet (meer) had om dergelijke blokken zo scherp op maat te maken. Zodoende fungeerden de Romeinse bouwwerken in heel Europa vaak meer als steengroeve, voorraadschuur van bouwmateriaal, dan als respectabel monument.

Maar zo niet dus de Pont du Gard. Deze staat na bijna 2000 jaar nog steeds fier overeind.

Het hele aquaduct, de gehele waterleiding, heeft een paar honderd jaar lang gefunctioneerd, zonder grote problemen. Daarbij heeft het kalkrijke water op veel plaatsen wel 20 -30 cm kalkafzetting op de wanden achtergelaten, hele pakketten nieuwe kalksteen! Er stroomde dan ook nogal wat water doorheen, naar schatting per dag zo’n 25.000 m3, oftewel 25 miljoen liter water! En dat gedurende honderden jaren! Ja, dat laat sporen achter…

Die hoeveelheid zou zelfs in onze tijd ruim toereikend zijn voor onze dagelijkse waterbehoefte. Je zou bij wijze van spreken de hele dag de kraan kunnen laten lopen. Onvoorstelbaar! De huidige waterbehoefte, inclusief onze toiletten, wasmachines, vaatwassers, zwembaden, privé of openbaar, ligt per persoon per dag op ongeveer 200 liter, 0,2 m3. De inwoners van de stad Nîmes ongeveer 25.000 in getal, hadden in de Romeinse tijd per persoon 1000 liter water ter beschikking. Wat een luxe! En dat was schoon bronwater! Niet vervuild door wat dan ook, want het hele kanaal was van de bron tot de uitmonding in de stad volledig afgesloten.

Deze feiten op een rij maken dat ik een grote bewondering heb voor dit Romeinse object in het bijzonder, maar eigenlijk voor de Romeinse ingenieurs- en bouwkunst in het algemeen. Immers, dit aquaduct was niks bijzonders. Het was een doodgewone constructie voor de Romeinen, een routinematig in elkaar gezet kunstwerk, een van de duizenden van dergelijk soort, die door het hele uitgestrekte rijk werden gebouwd, zo vanaf enkele decennia voor Christus tot ca 200 na Christus. Wat een ingenieurskunst, wat een verbluffende techniek!

Dit blog is een uitvloeisel van de eerste lezingavond in de bibliotheek van Bergen op Zoom. Deze eerste avond had als thema de Romeinse bouwkunst, met als vraagstelling: waren de Romeinen de beste bouwmeesters ooit!

De lezing gemist, of nu dusdanig geprikkeld dat je hem zelf een keer wilt zien en horen? Dat kan! Als huiskamerlezing. Ik kom bij u thuis en doe het verhaal volledig voor u uit de doeken. Vraag naar de mogelijkheden op info@robertguinee.nl