Op de top,

…daar wil je staan! Als je in Dubai bent en je staat aan de voet van het hoogste gebouw ter wereld: de Burj Khalifa. Dat blijkt echter niet te kunnen, tenzij je in zeer hoge (menselijke) kringen verblijft. Naar verluidt zijn de bovenste regionen van de toren gereserveerd voor lieden uit koninklijke kringen van de Verenigde Arabische Emiraten. Kom daar als enthousiaste architect maar eens tussen…

Helaas, die top bereik je dus niet. Voor de doorsnee bezoeker is de 140e etage de hoogst haalbare, zo’n 550 m hoogte. Ik heb mij beperkt tot de 125e verdieping, en daarmee op 456 m hoogte. Eigenlijk best schamel als je nagaat dat de toren zelf in totaal 828 meter hoog is. Je komt feitelijk maar halverwege… Tegelijkertijd sta je dan wel mooi op anderhalve maal de totale hoogte van de Eiffeltoren in Parijs, om het zo eens te vergelijken.

Om uiteindelijk op die hoogte te belanden, heeft nog best wat voeten in de aarde, letterlijk zelfs, want waar je verwacht dat zo’n gebouw een aansprekende entree heeft, ergens op straatniveau, is dat hier niet het geval. En dat is verwarrend. De enige zichtbare entrees op de begane grond leiden ofwel naar het ultra-luxe hotel, ofwel naar de appartementen en kantoren. Loop je daarheen en stel je zelfs maar de simpele vraag waar dan de toeristische entree van de toren ligt, dan krijg je als antwoord een onvriendelijke sommatie je van dit verboden terrein te verwijderen.

Nee, om de toren op te kunnen moet je, curieus genoeg, eerst de grond in. In de Mall, het naar verluidt grootste winkelcentrum ter wereld, daal je naar het diepste niveau, om onder de grond, dwars door de fundering, naar de liften te gaan. Je merkt er weinig van, het traject is verlevendigd met foto’s van de bouw en andere wetenswaardigheden. Toch zou je verwachten dat een dergelijke toren, een dergelijke attractie, een hoogwaardige en aantrekkelijke entree heeft, maar dat valt een beetje tegen. Nog afgezien van het feit dat je je suf kunt zoeken naar die verdraaide entree.

Anderzijds, die zoektocht rondom op straatniveau, levert wel een goede indruk op van de toren. Wat direct opviel, en wat ik dan ook het sensationele van de toren vind, is dat deze ongelooflijk rank is. Je zou verwachten dat een toren met een dergelijke hoogte een enorm basement heeft, maar dat blijkt geenszins het geval. Hij is bijna letterlijk zo strak als een naald. Dat maakt hem elegant van structuur.

De lift eenmaal gevonden en betreden, wordt je gelanceerd naar boven. Het is bijna surrealistisch om de nummers van de afzonderlijke verdiepingen zo snel voorbij te zien flitsen. Timen is nauwelijks mogelijk, maar als er op het snelste stuk 10 verdiepingen per seconde voorbij geraasd worden, zou me dat niet verbazen. Dat betekent toch zo’n 30 meter per seconde, ruim 100 km per uur! En daar merk je eigenlijk niks van, geen raar gevoel in je maag, geen idiote druk op je benen vanwege de grote versnelling… Mooi staaltje liftbouw dus!

Tja, en dan sta je boven en krijg je de eerste indruk van het uitzicht, vanaf het buitenterras. Door de slankheid van de toren, kun je behoorlijk steil naar beneden kijken, het fonteinbassin aan de voet van de toren is gemakkelijk zichtbaar, hoewel mierenhoop-klein.

Tegelijk kun je ook een blik omhoog werpen, naar de top van de toren, die echter vanwege die rankheid amper te zien is. Vanaf het terras schiet de toren nog steeds bijna 400 meter extra de lucht in, over zeker 6 terugspringende terrassen.

Via die terugspringende terrassen wordt de totale doorsnede van de toren naar boven toe steeds een stukje kleiner, totdat je uiteindelijk bij de bovenste stalen mast uit komt. Als je goed kijkt zijn daar zelfs traptredes op te zien, maar ik betwijfel of er vaak gebruik van wordt gemaakt. Je moet wel een heel sterk gevoel van hoogtelust hebben om daar tegenop te klimmen!

De toren is vorm gegeven als een verzameling grote kolommen, die bij elkaar gehouden wordt door een centrale kern. De terrassen vormen daarin de beëindiging, de bekroning, van een kolom. Die kolommen worden telkens ca 12 verdiepingen hoger. Elke volgende kolom, dichter naar de kern toe verspringt in de plattegrond 1/3 slag, waardoor je het effect krijgt van een soort reusachtige wenteltrap.

Tevens is daarmee voorkomen, dat er grote sprongen per overgang gemaakt worden, immers slechts over 1/3 van het gebouw wordt per sprong een stukje van het gebouw “afgeknabbeld”. Dit draagt in hoge mate bij aan de rankheid van de toren. Van een grote afstand heeft de toren daardoor een fraai en gelijkmatig silhouet.

Deze toren bezoeken was een belevenis. Niet alleen om op zo’n grote hoogte te staan, maar ook om de architectuur ervan te ontdekken. Te zien, dat men erin geslaagd is om de toren ondanks de krankzinnige hoogte elegant te houden. En ook, dat het überhaupt gelukt is om deze toren te bouwen! Na voorzichtige stapjes omhoog, van telkens enkele tientallen meters, in de laatste decennia van de twintigste eeuw, is men hier ineens meer dan 200 m de lucht in geschoten. Alleen dat is al een bewonderenswaardig staaltje bouwtechniek. Dat daarbij ook de vormgeving en het design overeind zijn gebleven, maakt van de Burj Khalifa een geslaagd voorbeeld van de modernste architectuur!