Onlangs stond ik op een beroemde gotische toren: die van de St. Romboutskathedraal in Mechelen, in België. Op en natuurlijk erin, c.q. erdoor. Je zult toch binnendoor omhoog moeten klimmen.

Het had de hoogste van de Middeleeuwen moeten worden, zoals zovele. En evengoed als zovele is hij nooit afgebouwd. Maar uiteindelijk blijkt dat een prachtig inkijkje te bieden in de bouw van zo’n grote Gotische toren.Onafgebouwde toren van de Romboutskathedraal in Mechelen

Broertjes en Zusjes

In de 15e en eerste helft van de 16e eeuw was in onze contreien de Brabantse Gotiek enorm populair, wat uitmondde in de bouw van een groot aantal imposante kerktorens. Het hertogdom Brabant was een rijk en machtig gebied. Vooral ook sinds het in de 15e eeuw met Vlaanderen, Zeeland en andere graafschappen was verenigd onder Bourgondisch bestuur. De handel floreerde en steden werden machtiger en rijker.

En bij die rijkdom hoorde aan het eind van de Middeleeuwen een heftige concurrentiestrijd om de grootste toren, of dat nu een kerktoren was of een belfort (stads-toren). In Antwerpen werd gebouwd aan dubbele torens die de 100 m hoogte ruimschoots gingen passeren. In Zierikzee werd zo’n zelfde toren gebouwd, in Diest, in Mons, in Den Bosch was het de bedoeling, enzovoort.

Een zusje: de St. Lievenstoren in Zierikzee

Een zusje: de St. Lievenstoren in Zierikzee

Veel van die torens zijn nooit afgebouwd en als stompen blijven staan. En de enige afgebouwde, de Noordtoren van de Antwerpse kathedraal, is er maar 1 van een tweeling. De zuidtoren is blijven steken op amper de helft.

Fundament en start van de bouw

In 1452 werd het fundament van de gotische toren in Mechelen gelegd. Op een bescheiden diepte van naar verluidt amper 3 m begon men te bouwen aan de toren die naar schatting 167 m hoog had moeten worden. Deze diepte is eigenlijk idioot weinig ten opzichte van die bedoelde hoogte: nog geen 2%.. De uiteindelijke hoogte is een schatting, want bouwtekeningen zijn niet bewaard gebleven. Die werden destijds sporadisch al wel gemaakt, maar waren geen exacte schaaltekeningen, meer impressies.

De bouw vorderde gestaag onder de leiding van 3 opeenvolgende geslachten Keldermans: opa Andries, vader Antonis en zoon Rombout. Hoe dat ging zie je schitterend in de eerste torenkamer vanaf de grond, waar nog het originele tredrad staat. Die kamer heet de kraankamer, en inderdaad, dat tredrad was niks meer of minder dan een Middeleeuwse kraan.

Het tredrad, de middeleeuwse kraan

Het tredrad, de middeleeuwse kraan

Daarmee kon men stenen, balken, en andere bouwmaterialen ophijsen en verwerken met het vorderen van de bouw. Het rad werd bemand door mensen, soms veroordeelde criminelen, die er een bepaalde periode in moesten lopen als taakstraf.

Ankerwerk in de Gotische toren

Bij het beklimmen van de gotische toren zie je in veel ruimtes zware ijzeren balken langs de muren lopen.

Zwaar kettinganker in een van de torenruimtes.

Zwaar kettinganker in een van de torenruimtes.

De gegeven uitleg klopt mijns inziens echter niet: omdat er scheuren in de muren ontstonden, zouden deze ankers zijn bijgeplaatst. Bij mijn weten is het omgekeerd: men wist dat de toren zonder ankerwerk zou gaan scheuren en heeft tijdens de bouw doelbewust trekstangen aangebracht om dat te voorkomen. Oftewel, niet curatief (genezend) maar preventief (voorkomend). Een belangrijk verschil, getuigend van gedegen vakkennis van de bouwmeesters!

Bij veel kerken werd dat al gedaan, de eerste ooit zou de kathedraal van Amiens geweest zijn. Die van Beauvais heeft ook nogal wat ankers, bijna hinderlijk zichtbaar (zie ook dit blog). Onderzoek in veel andere kerken en torens heeft uitgewezen dat de zichtbare stangen in het metselwerk zijn verankerd met zware pennen die soms wel 3 m lang waren en verticaal werden ingewerkt. Aan de stangen werden ogen gesmeed, die over deze vertikale verborgen ankers geschoven werden. Daarna werden de pennen verder ingewerkt in het metselwerk. Vanwege de ogen en de aan elkaar gehaakte stangen noemt men dergelijke ankers kettingankers.

Je zie ook heel mooi op het hoogste niveau hoe verschillende al dan niet los staande onderdelen met dergelijke ankers aan elkaar werden gekoppeld. En kijkend naar het massieve metselwerk snap je dat als dat met pennen is verankerd, er een enorme stijfheid in de constructie ontstaat. Je zou het gewapende metselwerk kunnen noemen.

Ankerwerk op de overgang naar de achthoekige lantaarn.

Ankerwerk op de overgang naar de achthoekige lantaarn.

Waarom nooit afgebouwd?

Daarover doen verschillende verhalen de ronde. Men zou bang geweest zijn voor omvallen, vanwege de geringe diepte van de fundering. Maar waarom is men er dan aan begonnen? Dan had men de fundering dieper aangelegd, zoveel kennis was er in die tijd echt wel.

De stenen zouden zijn gestolen en elders verhandeld. Wel: succes, je praat over honderden tonnen stenen, zoniet duizenden. Met een karrevracht van hooguit een paar ton, heb je dan toch een aardige kolonne wagens. Om van het principe van voortgaand werk maar te zwijgen. Stenen werden met het vorderen van het werk gemaakt, nooit volledig vooraf, geprefabriceerd als het ware.

Nee, de realiteit is mijns inziens heel banaal: geldgebrek. Een gotische toren zie je van beneden naar boven als het ware oplossen: telkens wordt de toren een stukje kleiner en smaller, tot er uiteindelijk alleen nog maar een bekroning over is.

Langzaam "oplossend" naar boven toe, onbetaalbaar!

Langzaam “oplossend” naar boven toe, onbetaalbaar!

Heel anders dan bij een simpele naaldspits, die vaak in hout werd opgetrokken. Zelfs als deze in steen werd opgetrokken dan  was de opbouw aanzienlijk simpeler dan bij de Brabants gotische torens.

Onbetaalbare Gotische toren

Met het eindigen van de middeleeuwen, groeide het zelfbewustzijn van de handwerkslieden. Men wenste niet meer voor een hongerloontje te werken zoals in de eeuwen hiervoor. Steenhouwers, metselaars beeldhouwers en timmerlieden hadden een positie verworven waarin zij zich lieten betalen voor hun werk.

Dat in combinatie met de enorme complexiteit van deze torens maakte dat het onbetaalbaar werd om deze af te bouwen. Kijk eens naar waar deze gotische toren in Mechelen is geëindigd.

Zeer complex natuursteenwerk.

Zeer complex natuursteenwerk.

Op het bovenste platform zie je eigenlijk een schitterende doorsnede. Maar die is door alle elementen die van onderaf vloeiend verlopen zo complex, dat vrijwel elke steen afzonderlijk uitgemeten moet worden, er was zo goed als geen standaardisatie mogelijk. Dit in tegenstelling tot eerdere periodes.

En toch maar even simplistisch afmaken was in die tijd geen optie!

Zo staat er in Mechelen een Gotische toren, die een geweldig inkijkje biedt in de werkwijze van die tijd.