De Gotische bouwstijl heeft fantastische kathedralen, kerken en andere gebouwen opgeleverd. Als typisch Middeleeuwse bouwstijl is de religieuze architectuur hierin altijd maatgevend geweest. In Frankrijk ontstaan omstreeks het midden van de 12e eeuw (zie ook “het ontstaan van een stijl“), kwam de stijl vanaf het begin van de 13e eeuw tot volle bloei: kathedralen werden groter, lichter en spectaculairder.

Vooral rondom Parijs werden de fraaiste en grootste kathedralen gebouwd, waarbij elke nieuw aangevangen bouwwerk groter moest worden dan de al in uitvoering zijnde. Dat leidde in het bisdom Beauvais uiteindelijk tot de wens een kathedraal te bouwen die een gewelfhoogte zou hebben van maar liefst 48 m. Voor de duidelijkheid, er zijn voldoende kerktorens in Nederland die die hoogte niet eens halen.

Daarmee is de kathedraal van Beauvais eigenlijk een van de meest dramatische exemplaren van hoe fout het kan gaan. Eigenlijk is de hele kathedraal één grote bouwfout. In het streven naar hoger, hoger, hoger dat de Gotiek kenmerkte, heeft men hier een grens overschreden.

Omdat men in die tijd geen benul had van de krachten in een gebouw, laat staan deze kon berekenen en vervolgens opvangen, werd er gebouwd “op proef”. Je zou ook kunnen zeggen op de gok. Men had een oneindig vertrouwen in de goede wil van God: als men een gebouw met zoveel godvruchtigheid zou bouwen zou Hij het in al zijn goedertierenheid toch zeker overeind houden?

In Beauvais heeft Hij dat helaas niet gedaan. Ik durf echter te stellen dat dat niets met de goede wil van het Opperwezen te maken heeft gehad. Men is hier volledig boven de macht van de constructie gaan bouwen. Natuurwetten (waarvan men nog geen weet had) zijn met voeten getreden, het was simpelweg onmogelijk.

Men begon te bouwen aan het koor van de kerk, traditioneel de plek van het altaar, en daarmee het belangrijkste plek. Omstreeks 1270 waren de gewelven hier klaar, maar al 12 jaar daarna storten deze in, in 1284, naar verluidt als gevolg van een hevige storm.

De storm moge de aanleiding geweest zijn, de zwakke en te ijle structuur was daarvan de zekere oorzaak. Het gebouw was simpelweg te ijl en te hoog om de enorme krachten uit gewichts- en windbelasting op te vangen. De kathedraal werd terug opgebouwd, in behoorlijk aangepaste vorm. Tussen elke 2 kolommen in het koor werd een nieuwe geplaatst, waarmee de draagstructuur van de kathedraal aanmerkelijk versterkt werd, in ieder geval dusdanig, dat deze nog steeds overeind staat, hoewel met het nodige kunst- en vliegwerk.

De reparatie van de schade duurde langer dan de eerste bouwwerkzaamheden, en is pas voltooid in het midden van de 14e eeuw! Weer pas 150 jaar later werd er begonnen aan de bouw van het transept. Dan loopt eigenlijk de Gotiek al op zijn eind, met het eind van de Middeleeuwen. Desondanks wordt het hele transept nog afgebouwd.

Maar in plaats van daarna meteen het nieuwe geplande schip van de kerk te bouwen, wordt besloten om een enorme toren op het transept te bouwen. Nota ben de hoogste van de Christelijke wereld: 153 m. Ter vergelijking, de huidige hoogste is de toren van Ulm, pas in de 19e eeuw gebouwd, met een hoogte van 162 m. En zelfs de torens van de dom van Keulen, komen “niet verder“ dan 157 m, maar werden pas in de vorige eeuw afgebouwd!

Maar weer slaat het noodlot toe, want deze gigantische toren stort in, amper 4 jaar nadat deze was voltooid. Noodlot? Volgens mij niet. Wederom werden natuurkrachten getard, met dramatisch resultaat. Een toren van een dergelijke hoogte, uiteindelijk nog 100 meter hoger dan de kap van het gebouw heeft een enorm gewicht, ook al zal deze zeker niet (geheel) van steen zijn geweest, maar van hout. Dat dan weer wel met lood bekleed moest worden. Loodzwaar dus.

Die toren stond op die krankzinnig hoge kerk, waarbij aan de schipkant ± 60 m hoog vertikaal muurwerk stond, deels in de vorm van ranke kolommen. Geen enkele zijdelingse ondersteuning, om de enorm drukkrachten vanuit die toren te neutraliseren. Ik durf te stellen dat die kolommen en dat muurwerk als luciferhoutjes onder grote druk zijn geknakt, leidend tot de val van de toren, het 2e grote drama van deze kathedraal.

In de val van de toren worden de gewelven van het transept ook meegesleurd, en zo kan men weer gaan herstellen. In 1577 zijn de gewelven hersteld, het jaartal is met enige moeite leesbaar in de gewelven, je moet er  bijna 50 meter voor in de hoogte turen!

Uiteindelijk blijft de kathedraal door al deze rampspoed onvoltooid, het schip wordt nooit gebouwd, en de toren op het transept wordt nooit hersteld. Dat levert overigens wel een ander interessant gegeven van deze kathedraal op, want het oude, oude schip blijft bestaan, en zo is deze kathedraal het gebouw waar de grootste tijdsprong tussen het schip en het transept en koor te zien is: het schip is Karolingisch (hoewel niet uit de tijd van Karel de Grote, ± 700, maar ± 950) en de rest uit ± 1270 danwel 1530. (Daarbij vergeleken is de bouw van de Sagrada Familia in Barcelona een schijntje!)

Daarmee is deze kathedraal een van de interessantste die is gebouwd en om te bezoeken: je wordt duizelig als je binnengaat, ik viel zowat om toen ik een dertig jaar geleden voor het eerst over de drempel stapte. Bovendien laat de kathedraal overal fascinerende bouwsporen zien. Restanten van goede wil om de kathedraal te voltooien, nota bene zelfs aanzetten van steigerwerk, pogingen om de kathedraal uit alle macht overeind en in bedwang te houden, hoe provisorisch ook, latere verbeteringen, niet altijd strekkend tot meer schoonheid, enzovoort.

Wil je meer hierover te weten komen? Een excursie is een eindje rijden, maar best haalbaar. Ik laat het je ook graag beleven in de vorm van een lezing, al dan niet in je eigen huiskamer.