De watertoren in Bergen op Zoom
De watertoren in Bergen op Zoom, gebouwd in 1899. Eén van vele torens die aan het eind van de 19e eeuw of begin 20e eeuw werden gebouwd in Europa en Nederland.
Korte geschiedenis
Aan het eind van de 19e eeuw, concentreerde de bevolking van de geïndustrialiseerde landen zich steeds meer in de steden. De hygiënische toestanden werd steeds slechter. Onvoorstelbaar voor ons, maar water werd nog uit de grond gepompt met een handpomp of uit rivieren geschept. Sterk vervuilde rivieren, let wel! Het gevolg was dat er regelmatig epidemieën uitbraken van besmettelijke ziektes.
Eigenlijk is het ongelooflijk dat men dit pas in de late 19e eeuw besefte, c.q. ontdekte. De Romeinen hadden nota bene door heel hun uitgestrekte rijk overal al waterleidingen aangelegd, rechtstreeks gevoed met bronwater. Elke Romeinse stad had een dergelijke aquaduct, wat in het latijn niets anders betekent dan waterleiding. Enkele ervan zijn nog bekend, zoals het aquaduct van Keulen, van Nîmes, Tarragona of de verschillende van Rome, die zich ten delen nog steeds door de stad slingeren. Zie bijvoorbeeld dit blog: Romeinse Aquaducten.
Waarom duurde het dan tot diep in de 19e eeuw dat er opnieuw waterleidingnetwerken werden aangelegd? Het had eerder simpelweg niet de aandacht…
Werking
De werking van een watertoren is feitelijk uiterst eenvoudig, en berust op de wet van de communicerende vaten. Globaal luidt deze dat als je verschillende buizen met water hebt, met een open verbinding naar de lucht, het water in alle buizen een gelijke hoogte wil bereiken. Vertaal je de buizen naar de watertoren en kranen in huis, dan betekent het dat als een toren 25 m hoog is, het water uit je kraan ook een hoogte van 25 m wil bereiken. Die hoogte is niks meer of minder dan de druk waaronder het water uit je kraan loopt.
Uiteraard heb je een fors vat nodig zodat meerdere mensen tegelijk de kraan open kunnen zetten. Zonder dat de druk weg valt, laat staan als dat meerdere honderden of (tien-)duizenden dat tegelijk doen. Daarover is in het geval van de watertoren in Bergen op Zoom een hilarische anekdote te vertellen. De toren is in gebruik gebleven tot 1984. Maar in 1974 kwam al onmiskenbaar aan het licht dat de toren eigenlijk niet meer kon voldoen… 7 juli 1974. Wie toen ca 8 jaar of ouder was, weet het nog: de finale van het WK-voetbal in Duitsland. Bloedstollend… In de rust: iedereen naar de wc van de zenuwen. Doorspoelen, en helaas, te weinig druk vanuit de watertoren, hij werd leeg getrokken… Gelukkig waren er toen al pompen geïnstalleerd in de bossen bij het waterwingebied.
Globale opbouw
De toren is ontworpen in een neoclassicistische stijl, tamelijk traditioneel, en is opgetrokken uit diverse kleuren baksteen. Ter plaatse van het vat is een verbreding gemaakt, gedragen door gemetselde rondboogjes in gele baksteen.
Grappig genoeg verhullen deze boogjes hun belangrijke functie. Want precies onder het boogje zelf zitten gaten in het metselwerk. Deze gaten zorgden voor ventilatie op de houten vloer die op dit niveau in de toren was geplaatst. Het was de lekvloer.
Want hierboven, in het verbrede deel bevond zich het eigenlijke watervat, met een inhoud van tussen de 260 en 300 m3. Deze forse watermassa zorgde voor de nodige condens aan de onderzijde van het vat, vooral in de zomer. Immers, het was buiten warm, maar het water warmde maar langzaam op. Het gevolg: het staal van het vat bleef koud en de warme buitenlucht condenseerde op dit koude oppervlak. Dat condenswater drupte op de vloer, die door deze gaten dan weer werd droog geföhnd (als het ware). Het klinkt ongelooflijk, maar deze lekvloer bestaat nog steeds, na 125 jaar, en is bij mijn weten nooit vervangen, of grootschalig hersteld. Slim gevonden destijds!
Evenwichtskunst
Dat watervat stond dus boven, uiteraard, met het oog op de gewenste waterdruk. Daarom staat de toren ook op een hoog punt in Bergen. En elders trouwens ook, let maar eens op. Maar dat vat bevatte dus tegen de 300 m3 water, 300.000 liter! Oftewel, 300.000 kg. Boven in een toren, die verder helemaal leeg was, op wat trappen en een enkel tussenbordesje na. Als je dat zo nagaat dan lijkt het bijna wel een circusact, waarbij een groot gewicht balancerend in de lucht gehouden moet worden.
En stabiel! Want als het gaat golven, door wat voor trillingen dan ook, dan loop je het risico dat de hele zaak bezwijkt. Alle watertorens hebben datzelfde principe, en vormen dus allemaal een prachtig evenwichtskunstwerk. En bovendien, het vat zelf had ook nog wel wat gewicht: geklinknagelde staalplaten. Toch ook nog wel enkele tonnen gewicht. Om al die kilo’s boven in bedwang te houden was het noodzakelijk om een strakke gemetselde cilinder op te trekken. Deze was weliswaar hol, maar werd intern door enkele stalen trekbalken extra verstijfd. En bovendien werd het metselwerk naar beneden toe steeds dikker, waardoor er een goed en sterk basement ontstond voor deze evenwichts-act. Tenslotte verbreedt het metselwerk zich aan de onderzijde, waardoor een extra stabiel fundament werd gecreëerd.
Het vat zelf in de watertoren
Zoals gezegd was het vat bovenin de toren samengesteld uit grote dikke staalplaten. Maar in de tijd dat de toren werd gebouwd kon men nog niet lassen, zoals tegenwoordig. Er werd een typisch 19e eeuws procedé toegepast: klinknagelen. In de staalplaten werden gaten gestanst in een bepaald patroon, identiek in overlappende platen. In die gaten werden gloeiend hete klinknagels gestoken, uiteraard met een tang. Die nagels werden boven op de steiger in een speciale stoof roodgloeiend gestookt. Eenmaal in het gat gestoken werden de nagels met een zware hamer plat gesmeed.
Doordat deze zo heet verwerkt werden, waren deze uitgezet. Bij afkoeling krompen de nagels weer en trokken daarbij de staalplaten zo strak tegen elkaar aan, dat een waterdichte aansluiting ontstond. Een algemeen procedé in die tijd, zeer grootschalig toegepast in de scheepsbouw, maar ook voor bijvoorbeeld bij alle stationskappen die in de wereld verrezen , en zelfs voor het beroemdste monument uit die tijd: de Eiffeltoren.
Verbouwing in de 21e eeuw
De toren heeft tot 1984 gefunctioneerd en werd toen buiten gebruik gesteld. Pas begin deze eeuw werd een nieuwe eigenaar gevonden in de persoon van Marius Dielemans. Zoals een kunstenaar betaamt had hij bijzondere ideeën om de toren tot een woning, atelier en verhuurbare ruimte om te bouwen. Zijn belangrijkste uitgangspunt was daarin: geen rechte hoeken, alles afgerond. Daarin bleek hij absoluut compromisloos. Het resultaat was een bijzondere verbouwing met enkele werkelijk geweldige vondsten. Hij zocht net zo lang naar een oplossing voor een probleem tot hij het kon maken zoals hij wilde, of het nu weken, maanden of jaren moest duren. En inderdaad, alles rond!
Helaas heeft hij zijn werk niet af kunnen maken, hij kwam enkele jaren geleden te overlijden. Maar wat hij heeft gemaakt… geweldig! Speciale elektrische schakelaars, ronde deuren, een badkamer als een slakkenhuis, inclusief wastafel van een grote oude PVC-pijp, hoewel nauwelijks nog als zodanig te herkennen.
Het spektakel moest in het watervat zelf komen, waarin hij met mallen uit triplex, een golfbeweging wilde nabootsen, zodat het nog steeds leek alsof je onder water in het vat stond. Briljant, maar hij heeft het niet meer kunnen realiseren. Gelukkig is er genoeg wat hij wel heeft kunnen maken, zodat zijn stempel in de toren tegenwoordig duidelijk herkenbaar is. Hij is er wel degelijk in geslaagd om in aanleg een bijzondere eigen woning in de toren te realiseren. Daarmee deed hij recht aan de bijzondere ronde architectuur van de watertoren in Bergen op Zoom