Palmyra, ik schreef er al eens over. Een stad die ik meerdere malen heb bezocht en die mij telkens weer wist te overdonderen met haar imposante ruïnes, als getuigen uit een rijke periode.

Blik in het theater. In deze situatie passen hooguit 1500 mensen

Een van de voor mij meest boeiende monumenten was het oude Romeinse theater. Let wel: theater, niet amphitheater. Een klein college: De Romeinen kenden 3 soorten theaters: een Odeon, een klein, vaak volledig overdekt theater voor muziekuitvoeringen. Een theater, bedoeld om toneelstukken, zoals Griekse tragedies en komedies op te voeren, en het amphitheater, waar de grootse spelen werden opgevoerd, waar gladiatoren hun gevechten uitvochten op leven en dood, Christenen voor de leeuwen gegooid werden en in enkele gevallen zelfs complete zeeslagen werden nagespeeld. Echter, amphitheaters waren er veel in Europa, maar vrijwel geen enkel in het Midden-Oosten.

Dankzij mijn afstudeeropdracht, een theater in Jordanië, heb ik een enorme voorliefde ontwikkeld voor deze monumenten. Ik kan er niet genoeg zien, en ontdek telkens nieuwe dingen. Een van de sensationeelste ontdekkingen deed ik rond het theater van Palmyra. Dit gebouw was relatief beperkt van omvang, zeker gelet op de grootte van de stad, en de imposante positie die het in het stadscentrum in nam. Het theater in de toestand waarin ik het ontdekte, kan hooguit 1500 mensen herbergen, in slechts 1 rang zitrijen. Zeer afwijkend van de bij de Romeinen gebruikelijke bouwwijze in meerdere rangen, overeenkomstig de standen in de maatschappij.

De scenewand van het theater, met maar liefst 5 ingangen!

Daarnaast bevonden zich in de achterwand van het theater niet 3 podiumingangen zoals gebruikelijk, maar 5, een teken dat het een veel grotere omvang gehad moest hebben, want veel andere grote theaters die wij nu nog kennen (b.v. het theater van Orange in Zuid-Frankrijk) hebben een forse omvang, maar toch maar 3 podiumingangen.

Rondom de buitenmuur van het theater was een grote, met de ronde muur mee lopende vlakte, van tientallen meters breed, die dan aan de andere kant weer werd afgesloten met een zuilenrij, waarachter een rondlopende galerij lag waarop allerhande ruimtes, ongetwijfeld winkeltjes, uitkwamen. Die tussenruimte tussen zuilenrij en theatermuur fascineerde mij. Deze was veel te groot voor een destijds grote bruisende stad als Palmyra.

De enorme tussenruimte tussen de zuilengalerij en de huidige buitenmuur van het theater.

En tenslotte bleek die zuilengalerij ook nog eens uit te monden in de grote hoofdstraat, middels 2 bogen. Terwijl die hele straat eigenlijk enkel geflankeerd werd door kolommen. Dit imposante geheel werd dus alleen ter hoogte van het theater onderbroken door 2 bogen. De conclusie was snel getrokken: de open ruimte tussen de rondgaande zuilen en de huidige buitenmuur van het theater, maakte oorspronkelijk deel uit van het theater, was het theater.

een schitterend in de hoofdstraat geïntegreerde boog, naar de rondgaande zuilengalerij

Een bescheiden resterend deel van de rondgaande zuilengalerij, met winkeltjes

Dat alles zo op een rijtje zettend, en een beetje spelend met de maatvoering, kon er een theater voorgesteld worden, met tenminste 3 rangen, zoals het gebruikelijk was in een dergelijke grote en belangrijke stad. Langs de rondgaande straat heeft op een afstand van een paar meter, corresponderend met de breedte van de bogen naar de hoofdstraat toe, de oorspronkelijke buitenmuur van het theater gelopen, met arcades, die toegang gaven tot de zitrijen, de cavea, zoals dat officieel heet. Arcades die iedereen kent van bijvoorbeeld het Colosseum in Rome, weliswaar een amphitheater, maar qua gevelopbouw identiek.

Vanaf de hoofdstraat naar de rondgaande straat.

In het geval van het Palmyreense theater zullen er tenminste 2 maar misschien zelfs wel 3 rijen boven elkaar rondom langs de buitenmuur hebben gelopen, qua omvang vergelijkbaar met die welke uitkomen op de hoofdstraat. De onderste bood toegang tot de lagere zitrijen, de bovenste zullen een eigen omgang gevormd hebben, met toegang tot de hogere zitrijen.

En wat is dan die huidige buitenmuur geweest? Simpel: een binnenmuur. Want hoewel die theaters er enorm massief uitzagen, was de hele constructie voorzien van gangenstelsels, trappen en doorgangen, die op ingenieuze wijze het publiek toegang gaven tot de voor hen bestemde zitplaatsen. Door dat ontsluitingssysteem kon het theater in zeer korte tijd volledig leegstromen. De huidige buitenmuur was de binnenmuur, die de binnenzijde vormde van de rondgaande gang onder de zitrijen door.

Zo blijkt wat zich nu laat aanzien als een bescheiden theater, van oorsprong vele malen groter geweest te zijn. Met een toeschouwersaantal dat ver boven het huidige heeft gelegen. Het is lastig om daar een nauwkeurige berekening van te geven, maar ik durf te stellen, dat er tenminste 15.000 mensen in dit theater plaats konden nemen. Voorwaar een ander beeld dan die ca 1500 die er nu nog inpassen. Het theater in de huidige vorm is weinig meer dan het restant, de onderste verdieping van een veel groter gebouw.

En wat er met die hogere delen verder is gebeurd? Waarschijnlijk gebruikt om in latere tijden nieuwe gebouwen mee te bouwen. Vrij vertaald, het zal als steengroeve gebruikt zijn, waaruit een grote voorraad kant en klare bouwblokken gehaald is. Destijds zeer gebruikelijk, voor ons nu onvoorstelbaar.

Helaas is het theater in recente jaren opnieuw in gebruik gekomen, als plaats van handeling van de afschuwelijke onthoofdingen door de leden van IS. Gelukkig heb ik het nog in prettiger tijden kunnen ontdekken. Hopelijk kan ik er ooit nog eens terugkeren, wie weet in gezelschap van jullie?